Leef ik door heel Nederland?

Ik leef door heel Nederland, maar kom op sommige plekken meer voor dan op ander plekken. Ik kom veel voor in de rode gebieden zie afbeelding 1. Zoals je kunt zien is dit veel in gronden in de buurt van water. Denk aan de rivieren en de zee.  

 

Wat is mijn favoriete plekje?

Ik leef in de grond. Ik kan tot 2,5 meter in de diepte leven en kom veel voor in weilanden. Ik houd niet van alle grond, alleen van de grond met een niet al te hoge zuurgraad. Ik verblijf in een grond met een Ph rond de 5 (Wikipedia, 2019). In Afbeelding 2 zie je een plek waar ik fantastisch kan leven en die aan mijn eisen voldoet. 

 

Hoe kom ik de dag door?

Ik graaf de hele dag tunnels onder de grond. Dit zijn diepe verticale tunnels. Hierdoor zorg ik voor voldoende zuurstof in de bodem en voor een goede menging van de grond. Ik laat mijn uitwerpselen achter in mijn eigen tunnels, wat er voor zorgt dat de grond extra vruchtbaar is (Atlas Natuurlijk Kapitaal, 22).

 

Ik beweeg mij voort doormiddel van kringvormige spieren in mijn ringvormige segmenten. De segmenten kun je zien in afbeelding 3. Wanneer deze spieren zich aanspannen wordt ik langer en dunner. Ik heb ook spieren van kop tot kont, deze spieren zorgen ervoor dat ik korter en dikker wordt. Doordat ik de hele tijd afwissel met aan- en ontspannen van deze spieren, beweeg ik mij vooruit in de bodem. Wanneer de bodem uit klei bestaat, eet ik mij een weg door de bodem. Ik haal adem doormiddel van de slijmlaag, de zuurstofmoleculen lossen op in het vochtige slijm. Hierdoor krijg ik voldoende zuurstof binnen.

 

Ik houd niet van licht en ik kom soms ’s nachts aan het oppervlak of wanneer iemand de grond laat trillen. Ik kan namelijk trillingen waarnemen. Ik heb minuscule borstelhaartjes, dit zijn eigenlijk een soort trilsensoren die trillingen waarnemen. Bij trillingen denk ik aan het getik van regendruppels. Bij regen kom ik immers graag naar boven. Wanneer jij dus de grond laat trillen kom ik ook naar boven. Aangezien ik denk dat het regendruppels zijn. Er zijn ook andere dieren die hier misbruik van maken. Ze gaan op de grond trappelen om mij uit de grond te krijgen en vervolgens op te eten.

Deze haartjes zorgen er ook voor dat ik moeilijker uit de grond te trekken ben door vogels. De haartjes geven namelijk extra weerstand. Ik kom af en toe ’s avonds naar boven om eten te zoeken. Dit doe ik, wanneer de grond te weinig dood plantenmateriaal bevat. Ik speur dan het oppervlakte af naar gevallen bladeren en trek ze aan het steeltje mee de tunnel in. Het blad blijft meerdere dagen buiten steken, hierdoor begint het rottingsproces al deels en kan ik het daarna makkelijker verteren (Venhuizen, 2011).

 

Doe ik in de winter nog wat anders dan in de zomer?

Ik leef het hele jaar door op dezelfde manier en heb dus geen specifieke activiteiten in een bepaald seizoen.

 

Hoe zorg ik voor kinderen?

Ik paar met andere wormen, doormiddel van kop tegen kont en kont tegen kop te liggen met een andere gewone regenworm en ik wissel zo twee uur lang sperma en eicellen uit. Om dit makkelijker te maken produceer ik extra veel slijm, waardoor ik beter aan de ander blijf plakken. Ik paar boven de grond en in het donker. Ik ben hermafrodiet, hierdoor kunnen ik en mijn soort genoot beiden eitjes afzetten. Na de paring vorm ik een buisachtig omhulsel. Ik kruip achteruit, waardoor de eicellen en de spermacellen in de buis terecht komen. Na dat de buis is losgelaten van mij, vormt de buis zich tot een cocon. Na twee weken komen hier babywormen uit (Venhuizen, 2011).

 

Hoe zie ik er uit vandaag?

Mijn lichaam is opgedeeld in allemaal verschillende stukken. Dit zijn ringvormige segmenten. Bij mijn volgroeide familieleden kunnen het er wel enkele honderden zijn. Van buiten zie je op mijn lichaam allemaal slijm zitten, dit wordt geproduceerd door het clitellum. Het produceren van slijm gebeurd pas na 3 maanden. Je kunt het clitellum aan de buitenkant zien als een grote bult in het midden van mijn lichaam. Dit zie je in afbeelding 4. Dit wordt ook wel een zadel genoemd (Biologiepagina, sd). Door het slijm droog ik minder snel uit bij hitte en droogte.  

Mensen denken meestal dat ik geen voor en achterkant heb, maar dat is niet waar. Mijn kop is klein, rond en vrij spits, terwijl ik van achter breed ben. Je kunt ook weten wat mijn voor en achterkant is , doordat clitellum meestal dichterbij het hoofd zit. Je kunt mijn mond zien in afbeelding 3. Ik heb geen ogen, oren en neus. Ik zie er van buiten roze uit, ik ben alleen na mijn geboorte heel eventjes wit.

 

Wat eet ik?

Ik eet plantaardig materiaal uit de bodem, planten resten en bladeren van boven de grond. Ik eet af en toe ook de weke delen van dieren en andere regenwormen.

 

Wie vinden mij een lekker hapje?

Ik sta zeer laag in verschillende voedselketens. Ik heb zo goed als alleen maar planten onder mij staan. Ik ben voedsel voor verschillende soorten dieren. Denk aan vogelsoorten, zoals de merel. Natuurlijk mollen en dassen. Sommige insecten eten mij ook. Denk aan bijvoorbeeld kevers. Ik zit zelfs in de voedselketen van de buizerd. Hij eet mij namelijk zelf op. Ik zit ook bij veel dieren in de voedselketen, die bijvoorbeeld de merel weer eten. Zo zit ik in veel verschillende voedselketens, maar allemaal onderaan (Dier en natuur info.nu, sd).

 

Bibliografie

Atlas Natuurlijk Kapitaal. (22, 2 2018). regenwormen van Nederland in kaart gebracht. Opgehaald van nature today: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=24149

Biologiepagina. (sd). Regenworm. Opgehaald van biologiepagina: https://biologiepagina.nl/1/Ordening6/regenworm.htm

Dier en natuur info.nu. (sd). Het leven van een regenworm. Opgehaald van Dier en natuur info.nu: https://dier-en-natuur.infonu.nl/dieren/99671-het-leven-van-een-regenworm.html

Venhuizen, G. (2011, november 26). Regenwormen: onmisbare tunnelbouwers. Opgehaald van Nemokennislink: https://www.nemokennislink.nl/publicaties/regenwormen-onmisbare-tunnelbouwers/

Wikipedia. (2019, mei 20). Regenwormen. Opgehaald van Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Regenwormen#Voedsel